Drijvende
wiegjes, waterwolven, een vinger in de dijk – wat zeggen de verhalen van de
strijd tegen het water over ons? Lotte Jensen doet een poging om ons dit te
vertellen. De uitgever meldt:
Eeuwenlang hebben de Nederlanders een strijd tegen het water gevoerd. Vele
malen wisten we de waterwolf te temmen, maar minstens zo vaak kregen we te
maken met verwoestende overstromingen. Denk aan de Sint-Elisabethsvloed van
1421 of de watersnoodramp van 1953. In de culturele verbeelding van dit soort
catastrofale gebeurtenissen gaan kwetsbaarheid en trots hand in hand: in
foto’s, verhalen en monumenten benadrukken schrijvers en kunstenaars zowel de
rampzalige gevolgen als de veerkracht van gemeenschappen.
Wij en het water vertelt het
verhaal van Hollandse leeuwen, vaderlijke vorsten, inzamelingsacties en
solidariteit. Maar Lotte Jensen laat ook zien hoe de culturele verbeelding door
de tijd heen nieuwe relevantie krijgt.
Dat klinkt allemaal prachtig, maar het is niet meer dan reclamepraat. In werkelijkheid biedt het boek weinig of geen nieuws. In de afgelopen decennia is over dit onderwerp door menig onderzoeker/auteur al veel geschreven. Het is opvallend is dat Jensen deze literatuur niet kent of niet noemt. Het is boek is weinig compleet. Culturele verbeelding is voor Jensen blijkbaar een beperkt begrip en vooral literair bepaald en dan nog vooral uit de achttiende en negentiende eeuwse Nederlandse literatuur die bepaald niet hoogstaand was. Het boek heeft meer het karakter van een grabbelton waaruit lukraak wat is gehaald, wel met een voorkeur voor de meest catastrofale rivieroverstromingen. Aan echte analyse komt Jensen niet toe.