WATERWAARDIG?

Toen ik onlangs een filmpje zag over het juridisch proces in de VS om een ‘waardigheid’ (als rechtspersoon) aan mensapen, olifanten en dolfijnen toe te kennen, moest ik aan het water in Nederland denken. Net als die intelligente dieren heeft het water in Nederland ook recht op meer erkenning (niet te verwarren met ‘waterrecht’). Als erfgoedcategorie staat water tussen het landschap, de gebouwde omgeving en immaterieel erfgoed. Is het geen tijd dat water als zelfstandige categorie erkend wordt?

Wij werden als team met onze neus op deze problematiek gedrukt bij een bezoek aan het Waterloopkundig Laboratorium in het Waterloopbos in de Noordoostpolder. Deze locatie was een voormalig experimentele test- en ontwikkelinrichting voor de Deltawerken en andere grote waterwerken tussen 1957 en 1996. Het Laboratorium (in de categorie van Groot Technologisch Instituut) heeft dus een centrale rol gespeeld in het veilig stellen van de bewoonbaarheid van Nederland en de ontwikkeling van grote waterwerken voor industrieën en bedrijven.

Geen topteam kan zonder fysieke ontmoeting een paar keer per jaar. Zo was het volle team van WaterHeritage afgelopen augustus te gast in het Waterloopbos. Na een drukke ochtend met team-buildingsessies en een workshop gingen we na de lunch het bos in. We hadden hoge verwachtingen want er is op internet genoeg over ‘het Bos’ te lezen om nieuwsgierig te worden. Ook stond er een mooi artikel over in het blad Monumenten (1/2, 2014).

Het bos is een waterrijkgebied met een licht hoogteverschil – essentieel voor het nabootsen van hydraulica voor toepassing op aanzienlijk grotere schaal. Tussen een netwerk van paadjes liggen half-vervallen, forse waterwerkmodellen in baksteen, omringd door dichte bosbegroeiing. We kwamen telkens voor een nieuwe verrassing te staan. In open plekken viel het deels heldere, deels gefilterd zonlicht op vreemde constructies van rode baksteen. Bij enkele modellen staan informatieborden, andere zijn geheel overwoekerd door het bos. Worden die later nog opengesteld? Of blijven ze een onherkenbare ruïne?

20160819-img_0068

Uit eerste hand kregen we van Juul Overmaas toelichting over de theorie en praktijk van waterwerkmodellen.                                           (Foto: Irina van der Vlag-Churylova.)

Het was een hele ervaring om op de open gehakte paadjes te lopen, dezelfde wandelpaadjes waarop de wateringenieurs decennia geleden liepen. De geschiedenis ging leven door de toelichting van onze gids, Juul Overmaas, oud-medewerker en een van de 10 vrijwilligers van de huidige eigenaar, Natuurmonumenten. Hij vertelde over het ontstaan en de verdere ontwikkeling van het laboratorium en de werking van de modellen. Veel moest destijds geïmproviseerd worden omdat voorbeelden voor de opgaven ontbraken. Doordat alle modellen handmatig zijn gemaakt straalt het geheel een natuurlijke sfeer uit. Tevens een fragiele sfeer. Want de modellen zijn zeer kwetsbaar, juist vanwege het tijdelijke nut die ze hadden. Het zijn stuk voor stuk werkmodellen, geheel gericht op de effectieve hantering van de waterproblematiek in een specifieke situatie. Aan afwerking of verfraaiing is dus geen aandacht besteed.

Het unieke van deze collectie schaalmodellen is dat alle grote waterbouwkundige werken van de tweede helft van de vorige eeuw hier zijn uitgewerkt – juist die waterwerken die Nederland internationaal beroemd gemaakt heeft (niet alle modellen hebben de tijd overleefd). Dat geldt niet alleen voor de Deltawerken maar ook voor onderzoek ten behoeve van de belangrijkste havens en de grote rivieren. Ook zijn generieke studies gemaakt over de golfslag en de beweging van zand in al hun hoedanigheden.

In 1991 is de stichting Behoud Waterloopbos opgericht en in 2002 kreeg Natuurmonumenten het terrein overgedragen. In 2013 is het Waterloopkundig Laboratorium op de lijst van rijksmonumenten geplaatst.

Tijdens de wandeling ontwikkelde het gesprek naar een beschouwing over het Waterloopbos. Is het een natuurgebied of een monument van nationaal belang? Kun je recht doen aan allebei zonder een van de twee te benadelen? Of speelt er een zodanig zwaarwegend belang dat een moeilijke keuze gemaakt moet worden? We kregen de indruk dat er ook op de achtergrond zo’n gesprek gaande was (tussen Natuurmonumenten en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed).

20160819-img_0083

Dramatische lichtinval over het model voor de koelinstallatie van de Maasvlakte Centrale (1972). Je waant je eerder in een tropisch oerwoud dan in de Noordoostpolder. (Foto: Irina van der Vlag-Churylova.)

We stonden als team bij de (‘verlaten’) wieg van de waterwerken die zo’n belangrijke rol hebben gespeeld bij de inrichting van Nederland en bij de groei van industrie en handel.

Wat is deze verzameling unieke modellen ons land waard? Past dit terrein überhaupt in het waarderingskader van de betrokken spelers en hoe ziet dat kader er uit? Is het juist dat er over en boven dit monument een getouwtrek losbrandt? Mij komt het voor dat dit een goede gelegenheid zou zijn om het perspectief op waterwerken van dergelijke nationale statuur scherp te krijgen. En tegelijk te overwegen om de erfgoedcategorie van ‘waterwaardigheid’ toe te passen. Waterwerken zijn zo ‘vanzelfsprekend’ voor ons land dat ze makkelijk als vanzelfsprekend gezien worden, dus zonder speciale waarde. En dat kan tot onderschatting van hun betekenis leiden. Deze ensemble cultureel erfgoed heeft ‘recht’ op een bijzondere titel: ‘waterwaardigheid’. Het kan als concreet voorbeeld dienen voor duizenden Nederlandse waterwerken die uniek zijn in de wereld. Ze zijn die grotere erkenning waard.

GerhardMark van der Waal