Deze keer vond de netwerkdag plaats binnen het programma van de internationale conferentie Cheriscape bij de RCE in Amersoort. Hierdoor was het gezelschap leuk divers en internationaal.
Het programma van de dag bestond uit een vrij kort sprekersgedeelte dat als inleiding diende voor het uitgebreide excursieprogramma. Tracy Metz (journalist en auteur over urban issues) opende de reeks met haar visie op het Nederlandse landschap. Zelf groeide ze op in de Mohave desert en Los Angeles, Californië, en leerde ze in Nederland dat landschap ook in (hoogte)details kan zitten. Natuurlijk kwam de relatie van Nederland met water uitgebreid ter sprake (waarbij vooral de Nederlandse organisatiewijze met bv waterschappen uniek is), maar ook onze maakbaarheidsgedachte van natuur was haar opgevallen. Naar aanleiding van een vraag uit het publiek maakte ze nog de opmerking dat het geloof van de Nederlanders in het ‘systeem’ veel groter is dan bv in de VS en dat het moeilijk is om een gedeelde veiligheidsverantwoordelijkheid tussen burger en overheid te bewerkstelligen.
Vervolgens sprak Koos Bosma (onderzoeker van 20ste-eeuwse architectuur en stedenbouw) over de Noordoostpolder met zijn typisch geplande inrichting, die toch per dorp verschilt, en de geselecteerde bevolking. Hij deelde zijn visies op de toekomst van de polder (luchtbasis?) en de gevolgen van plaatsing als UNESCO-werelderfgoed op de mogelijkheden voor het oplossen van de huidige problemen (beperkend). Leuk weetje: afstanden waren bepaald door naar de hoeveelheid benzine die in een tank van een bromfiets paste.
Erik Luiten (landschapsarchitect en momenteel Rijksadviseur voor Landschap en Water) introduceerde de Nieuwe Hollandse Waterlinie die een illustratie geeft van de verschuiving in benadering van het behouden van cultureel erfgoed. Tot 2001 was de linie zeer gefragmenteerd, maar inmiddels is de linie een ‘familie van verschillende individuen’ geworden.
Omdat Annika Hesselink (manager bij het nationaal project Ruimte voor Rivieren) helaas ziek was, nam Hans Renes dit gedeelte voor zijn rekening. Hij nam ons mee in het project Ruimte voor de Rivier dat gebaseerd is op het idee dat hogere dijken niet genoeg bescherming gaan bieden tegen het steeds hogere water. Deze dijkverhogingen hebben daarnaast een grote impact op de bevolking en zorgen voor een verlies van charme van de omgeving. Daarom wordt nu geprobeerd meer ruimte voor de rivieren te geven. Dit heeft echter automatisch tot gevolg dat er minder ruimte voor urbanisatie is. Het project loopt al een aantal jaren en heeft al een aantal meer of minder aansprekende resultaten opgeleverd (Munnikenland, Waalsprong, Deventer, Ruimte voor de Lek).
Om half 11 stonden de bussen klaar om ons naar de Noordoostpolder, het rivierengebied (oa. de Blauwe Kamer) en de Nieuwe Hollandse Waterlinie te brengen. Ik had me opgegeven voor het rivierengebied en heb genoten van de uitzichten vanaf de Heimenberg, de filosofische beschouwingen rondom natuurontwikkeling en cultuurhistorie in de Blauwe Kamer en de prachtig gerenoveerde steenfabriek in de uiterwaarden bij Wageningen.
Auteur: Alette van den Hazelkamp